Wat moeten we nou met al die plastic prullaria die uitgedeeld wordt aan de kassa van de supermarkt. Meenemen voor de nichtjes, of uit principe laten liggen?
Een paar maanden geleden hadden
we de buik helemaal vol van plastic. Niet alleen figuurlijk, maar zo konden we
lezen, zeker ook letterlijk. Want, zo bleek, we kunnen niet zonder. We gebruiken
plastic onder de douche, we smeren plastic op onze huid en we wassen onze haren
met plastic. Het zit in onze kleren, in ons eten en in ons drinken. Hoe vaak
zie je niet als je over straat loopt een plastic zak rondzwerven op de stoep en
plastic flesjes en verpakkingen in de goot. Dat is dus echt allemaal waardeloos.
Al die miljoenen chemische vezeltjes die door de lucht zweven, die ademen wij
in en die verdwijnen nooit meer uit ons systeem. Die troep komt dus, zoals
gezegd in onze buik, maar ook in onze bloedbaan en in onze hersenen. Logisch
gevolg is dat plastic rare dingen doet met ons. Het maakt ons ziek. Zowel
lichamelijk als geestelijk. Kanker, dementie, Parkinson,
hartfalen en zelfs een kind heeft hier al schade van opgelopen voor het goed en
wel op de wereld is gekomen.
Inmiddels is de discussie over
het gebruik van wattenstaafjes en plastic zakjes weer wat afgezwakt en over
genomen door het afschaffen van het afschaffen van de dividendbelasting en zo,
maar dat neemt niet weg dat we met z’n allen ons bewust moeten blijven dat plastic
helemaal not so fantastic is …
Behalve al die plastic troep
heeft ons lichaam het zwaar te verduren met een te veel aan suikers, alcohol en
vetten. En dan nog die nicotine en niet te vergeten dat verdomde fijnstof. Wat
een ellende toch allemaal weer.
En toch, we zullen toch ook wel
iets goed doen, want ondanks al dat plastic, die suiker en dat fijnstof in ons
lichaam, worden we wonderlijk genoeg, steeds ouder. Het aantal 100-jarigen
stijgt ontegenzeggelijk (of dit dan allemaal positief is, daar zijn de meningen
ook weer over verdeeld, maar dat is weer een hele andere discussie).
Zeer waarschijnlijk komt dit door
al die chemicaliën in ons lichaam. Hierdoor worden wij onverwoestbaar. De
eerste wetenschappelijke artikelen hierover verschijnen vast en zeker binnenkort
in de vakliteratuur. Want hoe dan ook, langzaam maar zeker worden we steeds artificiëler,
kunststofferig en synthetischer. Daar komen al die centennials van.
Maar, uiteindelijk, helemaal in
the end, als na ruim 100 jaar ons hart is moe- geklopt, blijft er van ons lichaam
wel op deze aardkloot een klein chemisch restje achter, met alle gevolgen van
dien. De volgende uitdaging dient zich aan…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten